Voorkomen van berengeur

Om berengeur te voorkomen, worden jonge biggetjes in het overgrote deel van Europa gecastreerd (met of zonder verdoving). In gecastreerde biggen komt geen androstenone en minder skatole voor.

Er zijn meer manieren om berengeur te voorkomen, zoals:

  • Castratie zonder verdoving: Om berengeur te voorkomen, worden jonge biggen in het grootste deel van Europa gecastreerd. Het gaat om enkele honderden miljoenen beesten
    op jaarbasis.
  • Castratie met verdoving: Levert aantoonbaar minder pijn en stress op.
  • Slachten op jonge leeftijd: in landen als Groot Brittannië en Ierland worden biggen niet gecastreerd, maar geslacht bij een lager gewicht (maximaal 85 kilo).
  • Fokken: De hoeveelheid androstenone en skatole is genetisch bepaald. Dit betekent dat hierop gefokt kan worden. Genetische selectie biedt dat vooruitzicht, temeer omdat er al veel bekend is over de genen van varkens.
  • Immune neutralisatie: er is een vaccin dat (indirect) de groei van testikels tegenhoudt en zo de productie van androstenone. Deze methode wordt al lang in Australië toegepast en heeft bewezen betrouwbaar te zijn.
  • Managementbeheer: Overvloedig aanbod van water, goede hygiëne, aangepaste voeding kunnen bijdragen aan een lager niveau skatole.
  • Het seksen van zaadcellen: Theoretisch is het mogelijk om alleen vrouwelijk zaadcellen voor de bevruchting te selecteren. De onderzoekservaringen lijken er niet op te wijzen dat deze methode op korte termijn wordt ingezet.
  • Detectie aan de slachtlijn: Berengeur in verhitte consumentenproducten kan voorkomen worden door de beren met berengeur aan de slachtlijn eruit te halen en van deze beren alleen producten te maken die niet verwarmd zullen worden. Dit maakt het mogelijk om een berengeur vrije garantie te bieden voor de overgebleven vleesproducten.

In Europese landen lopen de meningen uiteen over de alternatieven voor het castreren van biggen.