Toen de biologische varkenshouderij sector in 2005 als eerste het onverdoofd castreren ter discussie
stelde en startte met verdoofd castreren van mannelijke biggen voor de vleesvarkenshouderij wist
men dat dat een tijdelijke maatregel zou zijn. Op termijn wil de biologische varkenshouderij met intacte
dieren werken. Daartoe zijn in 2010 en 2011 oriënterende waarnemingen naar gezondheid, gedrag en
berengeur in hokken met beren verricht op één bedrijf. Vanaf eind 2011 is dit geïntensiveerd op een
drietal bedrijven gedurende 3 achtereenvolgende perioden van 4 maanden. Dit heeft de nodige kennis
opgeleverd over het houden van biologische beren, vastgelegd in het rapport van Wageningen UR Livestock Research, december 2013 – Houden van biologische beren.