Nederland heeft in de land- en tuinbouw de hoogste kwaliteit van producten én processen en het waarborgen daarvan. Dat geldt ook voor de Nederlandse varkensvleesketen. De sector is in staat het onmogelijke mogelijk te maken. Dat stelde Ruud Huirne, directeur Food & Agri Nederland van Rabobank Nederland tijdens de bijeenkomst Beren vijf jaar onderweg op 14 november 2013 in Utrecht. Huirne noemde de sector een voorbeeld in de wereld en de economische motor van het Nederlandse platteland. Huirne schetste de situatie in Nederland tegen de achtergrond van die in Europa.
Exportbelang
Huirne wees op het grote exportbelang voor de Nederlandse varkensvleessector. In Nederland werden in 2011 14,5 miljoen varkens geslacht en werd 840.000 ton vlees geëxporteerd. In totaal werden ruim 10 miljoen varkens en biggen geëxporteerd. “Met de sterk toenemende wereldvraag naar food, feed, fuel, fiber en ingredients, zijn er enorme kansen voor de Nederlandse varkenshouderij,” stelde Huirne. Hij wees op de in Nederland steeds kritischer wordende samenleving op onder andere het gebied van dierenwelzijn. “Die zorgen en kritiek moeten we zien om te zetten naar kansen. Dat kan de Nederlandse varkenshouderij” aldus Huirne, die in het stoppen met castreren een bewijs ervan ziet. “De varkensvleessector biedt een hoge kwaliteit en is in staat om altijd een stap eerder te zijn en het vrijwel onmogelijke mogelijk te maken. Dat biedt concurrentiekracht en onderscheidend vermogen.” Huirne prees de sector die kennis, ervaring en netwerken aanbiedt om in Europa een bijdrage te leveren aan het doel om in 2018 in Europa te stoppen met castreren.